You successfully added to your cart! You can either continue shopping, or checkout now if you'd like.
Note: If you'd like to continue shopping, you can always access your cart from the icon at the upper-right of every page.
Het doel van God met het scheppen van het fysieke universum was om Zichzelf te verheerlijken in een nieuwe dimensie. In de hemelen, hetgeen de geestelijke dimensie is, had Hij altijd al de heerlijkheid ontvangen. Maar vervolgens besloot Hij om een nieuwe dimensie van fysieke materie te scheppen waarin Hij heerlijkheid kon ontvangen en waarin Hij Zichzelf kon verheerlijken.
De mens, de hoogste vorm van leven op aarde, was niet alleen geschapen om God te verheerlijken, maar ook zodat God Zichzelf kon verheerlijken in de mens. Adam was dus geschapen met een verheerlijkt lichaam. Het was een stoffelijk lichaam waarin het licht en de heerlijkheid van God huisde. Het was volmaakt. Er was sprake van een volmaakte harmonie en communicatie tussen de mens en God.
Maar toen zondigde de mens en verloor hij de heerlijkheid waarmee God hem bekleed had. Hij bleef dus “naakt” achter, ofwel van God heerlijkheid verstoten. Het vonnis van de wet veroordeelde hem tot de dood en hoewel hij niet terstond stierf werd hij wel sterfelijk, omdat hij het onsterfelijke lichaam, hetgeen zijn goddelijke erfenis was, verloor.
De geschiedenis is het verhaal van de terugkeer van de mens naar zijn goddelijke erfenis – het onsterfelijke, verheerlijkte lichaam. Het is niet nodig om de aarde te verlaten en “naar de hemel te gaan” om dit lichaam te ontvangen. Paulus zegt in 2 Kor. 5:1 dat dit nieuwe lichaam (“tabernakel” of “tent”) voor ons in de hemel wordt bewaart, maar wij weten ook dat wanneer Christus terugkeert Hij Zijn loon (beloning) bij zich heeft (Op. 22:12). Hij brengt dit tot ons. We hoeven niet naar de hemel te gaan om dit te verkrijgen.
Jezus zei dat de “zachtmoedigen de aarde zullen beërven” (Mat. 5:5). De aarde is de erfenis die wij verloren hebben. Om het specifieker aan te duiden, het verheerlijkte lichaam – het verheerlijkt stof – is de erfenis die wij verloren hebben. Jezus was in staat om ZOWEL de hemel als de aarde te beërven, omdat Hij een hemelse Vader en een aardse moeder had (Mat. 28:18). Hij moet uit een vrouw van Adamitische afkomst geboren worden om de autoriteit over de aarde te verkrijgen, want God had de heerschappij aan Adam gegeven (Gen. 1:28). Vanwege deze reden wordt Hij ook de “Mensenzoon” (Zoon van Adam) genoemd. Maar daarnaast moest Hij ook een hemelse Vader hebben om zodoende de autoriteit in de hemel te verkrijgen.
Dit geldt ook voor ons. Jezus heeft ons de weg getoond van het opnieuw beërven van hetgeen dat door de zonde van Adam verloren is. En dit niet slechts voor enkelen, maar voor de gehele schepping, want de Schrift zegt ons tot vijf maal toe dat de heerlijkheid van God de aarde zal vervullen zoals het water de bodem van de zee bedekt. En volgens mij bedekt het water voor 100% de bodem van de zee.
Toen Mozes Israël uit Egypte naar het Beloofde Land leidde, zorgde God ervoor dat deze reis geschiedkundig allegorisch werd. Het was een geschiedenis met een profetische betekenis. De drie belangrijkste gebeurtenissen van die reis (het begin, het midden en het einde) profeteerden van een langere reis door de geschiedenis heen, van Adam tot de eindbestemming, waarbij de aarde vervuld zal zijn met Zijn heerlijkheid.
Maar het is eveneens voor ons als individuen allegorisch. De hoofdfeestdagen van Israël zijn: Pascha, Pinksteren en Loofhutten. Dit is het begin, het midden en het einde van onze individuele wandel met God. Laat ons eerst het Pascha uitleggen.
PASCHA: Omdat het vonnis van de wet voor Adam (en een ieder van ons) de dood of sterfelijkheid is, eist de wet niets anders dan de dood als betaling voor zonde. Noch Adam, noch enig ander mens kan genoeg goede daden verrichten om hemzelf tot onsterfelijkheid te herstellen.
Elke religie pleit in wezen voor bepaalde morele systemen. En sommige zijn zonder twijfel beter dan andere. De meeste religies richten hun debatten op morele zaken. Maar de Bijbel is uniek. Hoewel het een morele code van ethiek voorschrijft, erkent het dat hoe goed een mens ook is of hoeveel goede daden hij verricht, hij altijd tekort zal schieten en vanwege de zonde de dood verdient. Daarom kunnen de goede daden van de mens hem nooit tot de onsterfelijkheid brengen. Geen enkele hoeveelheid van zelfverbetering zal onsterfelijkheid brengen aan zijn sterfelijke lichaam. Geen enkele hoeveelheid van goed voedsel of een goede omgeving kan ervoor zorgen dat hij 1000 jaar zal leven.
Daarom toonde Mozes de weg om door middel van offerwetten om te gaan met het de kern van het probleem van de zonde . Een onschuldig dier, zoals een lam, moest geofferd worden om de zonde van een mens te betalen. Alle slachtofferwetten bevestigen dit belangrijke principe.
Een mens moest, wanneer hij jegens zijn buurman zondigde, een vergoeding betalen om de relatie te herstellen. Maar het vereiste een vergoeding voor de zonde zelf – de dood - om de relatie met God te herstellen. Daarom werd de dood van een dier vaak vereist.
Toch moesten al deze offers voor de zonde herhaald worden, want het bloed van dieren kon ons in wezen niet volkomen herstellen ten op zichte van God. Maar zij profeteerden wel van een groter Lam die zou komen, één die wel in staat was de zonde van de wereld weg te nemen. Dat “Lam van God” wordt ons als Jezus Christus voorgesteld in het Nieuwe Testament. Johannes 1:35 en 36 zegt,
35 De volgende dag stond Johannes daar weer met twee van zijn discipelen. 36 En toen hij Jezus zag lopen, zei hij: Zie, het Lam van God!
Daarom gaf Jezus Zichzelf, aan het einde van Zijn bediening op aarde, vrijwillig als het Offerlam voor de zonde van de wereld. Hij werd gekruisigd op Pascha, terwijl heel het volk hun lammeren aan het sluiten waren zoals Mozes hen had opgedragen. De timing van Pascha zelf profeteerde in feite van de dag dat Jezus moest sterven als het Paaslam.
Het Nieuwe Testament draagt ons simpelweg op om te geloven in de daad die Jezus verrichte. Hoewel het klopt dat de priesters en leiders van het volk Jezus haatte en samenzwoeren om Hem te doden, is het ook waar dat Jezus wist dat Hij voor dit doel geroepen was. Het was Zijn bestemming. Het was alreeds geprofeteerd in al de offers die gevestigd werden door Mozes. Het was alreeds geprofeteerd door de profeet Jesaja, die zei in Jesaja 53:3-7,
3 Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, bekend met ziekte, en als iemand voor wie men het gezicht verbergt; Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht. 4 Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen, ons leed heeft Hij gedragen. Wíj hielden Hem echter voor een geplaagde, door God geslagen en verdrukt. 5 Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen. 6 Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons ieder naar zijn eigen weg. Maar de HEERE heeft de ongerechtigheid van ons allen op Hem doen neerkomen. 7 Toen betaling geëist werd, werd Híj verdrukt, maar Hij deed Zijn mond niet open. Als een lam werd Hij ter slachting geleid; als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed Hij Zijn mond niet open.
Onze reis naar de onsterfelijkheid en naar onze erfenis start met Pascha. Het begint met het accepteren van Jezus als Lam van God als het aangenomen Offer voor de zonde. Geen enkele religie oprichter heeft dit gedaan of zou in staat zijn dit te doen kunnen. Geen enkel mens heeft zijn leven opgegeven zodat u zou leven. Sommige mensen hebben uiteraard wel hun leven gegeven voor anderen (en dit is zeer prijzenswaardig), maar geen enkel mens zou zijn leven kunnen geven om een ander mens tot onsterfelijkheid te brengen, of om hem het verheerlijkte lichaam te schenken dat in Adam verloren was. Dat is het verschil. En daarom begint onze weg naar het Beloofde Land met Pascha. Het werd Israël niet toegestaan om het Slavenhuis te verlaten totdat zij Pascha hadden gevierd. Dit geldt ook voor ons. Niemand kan de slavernij van de zonde en de sterfelijkheid verlaten zonder Jezus Christus als Paaslam te accepteren.